het huis van de drieling

het was voorbij
de schemering
en er was licht

in het huis van de drieling

ik zag zeven kaarsen
of wat er over was
en het kartonnen bord

en er leek niemand te zijn

na het luiden van de bel
liet de tovenares zich kennen
en leidde mij naar haar kamer

in het huis van de drieling

de man met de jas
met de duizend zakken
voegde zich aan ons toe

we dronken water en lachten

de stukjes en beetjes
gingen in rook op
en we zagen muziek

heldere tonen die door de ruimte dansten

(de drieling was stil)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten