nergens heen

vrienden waren ze
altijd al geweest
als kleine kinderen
als jongens en
altijd net als toen
het allemaal begon

nergens was een bord
nergens stond waarheen

ze liepen door de stad
of door het bos
van hun kindertijd

de bladeren van toen
en het lachen vergaan

de handen nog warm in de zakken
zoals ze stonden voor de brug
naar wat later bleek

er mocht geen houvast zijn
geen leuningen voor evenwicht
de overkant, het doel
onttrokken aan het vergezicht

ze keken naar elkaar
ze keken naar zichzelf
ze keken naar de wereld

ze wisten het
het ging nergens heen

het was onbedoeld

Geen opmerkingen:

Een reactie posten